Op naar de vrijheid

“Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten”
Marcus 6:31a

Zo ervaren we toch de vakantieperiode. Een periode met zo min mogelijk verplichtingen en genieten van de natuur, gezelschap van geliefden, cultuur of wat je ook maar leuk vindt. In onze westerse samenleving hebben we nood aan dergelijke momenten. Allemaal hebben we behoefte om even los te komen van de dagelijkse druk.
 
De woorden van de Here Jezus in Marcus 6 zal de discipelen goed hebben gedaan. Na een intensieve “outreach” zal het als muziek in de oren hebben geklonken. Ook bemoedigend voor ons te lezen dat de Here Jezus onze behoefte aan rust kent en ook gunt. Hij neemt Zijn leerlingen in bescherming. Jezus laat Zijn leerlingen ook regelmatig varen op het meer van Galilea. Even afstand nemen om op het water, zonder de input van mensen, tot rust komen.
 
Ook de Here Jezus neemt regelmatig de tijd om zich af te zonderen. Opvallend dat Hij daarvoor vaak naar een natuurlijke omgeving gaat “Nadat Hij afscheid van de mensen had genomen, ging Hij de berg op” Marcus 6:46a.
 
Als Jezus Zijn discipelen mee neemt op het water of in de natuur is dat enerzijds om op adem te komen. En tegelijk openbaart de Here Jezus iets van Zichzelf. Dat heeft ons ook iets te zeggen voor de vakantieperiode. Jezus geeft ons periode van rust en ontspanning om daarin Hem te ontmoeten. Misschien was het je al opgevallen bij het citaat uit Marcus 6:46. Die zin was niet af, want Jezus gaat de berg op “om er te bidden”. Die momenten van afzondering gebruikte de Here Jezus om bij te tanken bij Zijn Vader. Laten we Jezus’ voorbeeld in deze vakantieperiode volgen en tijd met onze Redder doorbrengen.
 
Voor ons heeft het woord “vrijheid” in deze maanden nog een andere klank. De vrijheid, de nieuwe plaats waar we elkaar gaan ontmoeten. De plaats waar we willen zingen van de vrijheid die we door en in de Here Jezus hebben ontvangen. De plaats waar we in vrijheid elkaar kunnen ontmoeten en bemoedigen.
 
Laten we samen bidden dat de samenkomsten die we daar gaan houden ook wekelijks een oase van rust mogen zijn. Een plek waar we gestimuleerd worden in onze gerichtheid op Jezus. Laten we elkaar op de Vrijheid aanmoedigen worden we aangemoedigd om “2000 el achter de ark (het beeld van Christus) blijven” Jozua 3:4 of anders gezegd in vrijheid onze aandacht richten op Jezus (Hebreeën 3:1).
 
Gezegende vakantietijd!
Ko

Al twijfelden sommigen..


De Opstanding van de Here Jezus drong maar langzaam door bij de discipelen. Ongeloof maakte langzaam plaats voor geloof. In het Marcus evangelie zagen we op de dag van de opstanding steeds eenzelfde reactie: “geloofden ze het niet” (Marcus 16:11b, vs. 13b). Toen de Here Jezus die avond aan de 11 discipelen verscheen sprak Hij Zijn teleurstelling over hun ongeloof uit (Marcus 16:14).
 
Dat ongeloof klinkt ons nu misschien raar in de oren. Ze zagen en hoorden hem toch met eigen ogen en eigen oren. Maar toch is het niet zo onlogisch. Ze hadden de Here Jezus zien sterven. Het bewijs van zijn dood was geleverd (Marcus 15:44). Met die zekerheid en het getuigenis dat hun dierbare Jezus in het graf was gelegd hadden ze de sabbath doorgebracht. De tegennatuurlijke opstanding konden ze maar slecht bevatten.
 
Ook na verschillende verschijningen was de realiteit van de opstanding nog niet doorgedrongen. Dat wordt ook duidelijk als Jezus, de Opgestane zich openbaart in Galilea. Ontmoetingen waar Johannes en Mattheüs van getuigen in hun evangelie.
 
In Mattheüs worden ze meegenomen naar de berg (Mattheüs 28:16) waar Jezus hen de Bergrede leerde. De leefregels voor Zijn Koninkrijk. Daar waar Hij de grondwet voor Zijn koninkrijk ontvouwde, wil Hij met hen samen zijn. Wellicht heeft Hij daar die rede nog eens in herinnering gebracht. In ieder geval bevestigt dat Hij leeft.
 
In vs. 17b lezen we dat sommigen nog twijfelden. Het is zo bijzonder te lezen hoe de Here Jezus 40 dagen de tijd neemt om Zijn volgelingen ervan te overtuigen dat Hij leeft. Laten we het voorbeeld van de Here Jezus navolgen en met geduld getuigen van de levende Heer aan onze omgeving. Ook al gaat de geschiedenis van Zijn opstanding voor de mensen waarmee we optrekken niet logisch.
 
Laat je niet ontmoedigen door ongeloof in je omgeving, maar blijf liefdevol en rustig getuigen van de Opgestane Heer, net zoals Jezus deed bij Zijn discipelen.
 
In Christus verbonden,
Ko

Laat uw Naam worden geheiligd

“Vader, laat Uw naam geheiligd worden”  – Lucas 11:2b 

Jezus is op weg gegaan voor zijn laatste reis naar Jeruzalem. In de afgelopen drie jaar hadden ze de Here Jezus vaak zien en horen bidden. Ze begrepen wel dat bidden voor Jezus belangrijk was.  

Ondanks een drukke en volle agenda nam Hij tijd om te bidden. In het begin van die drie jaar waren ze getuigen geweest dat Jezus aandacht gaf aan zieken en bezetenen tot laat in de avond (Marcus 1:32). De volgende dag stond Jezus vroeg op en zocht een eenzame plaats op om te bidden (Marcus 1:35).  

Drie jaar lang hadden ze ervaren dat Jezus tijd nam om te bidden. Zo wilden zij ook in het leven staan en vroegen daarom “Heer, leer ons bidden”.  

Met de eerste regel geeft de Here Jezus gelijk de richting aan voor hun en ons bidden. De basis houding voor ieder gebed “Laat Uw Naam worden geheiligd”.  Niet onze behoeften, niet onze verlangens komen op de eerste plaats maar Gods eer.  

Jezus leert ons om in al ons bidden de “belangen” van de Here God voor ogen te houden en die hoger te stellen dan onze eigen belangen. Dat is een levensoefening. Wat deze basishouding, Zijn wil ondergeschikt maken aan Vaders wil, uitwerkt zien we in het leven van de Here Jezus. Deze levenshouding, “Laat Uw Naam worden geheiligd” brengt de Here Jezus lijden, vernedering, minachting, ja zelfs de dood. Een patroon dat zich verder zet bij volgelingen van Jezus, kijk maar naar het leven van Paulus. 

In deze maand staan we als gemeente voor een aantal belangrijke beslissingen. De keuzes die we maken zijn van invloed op het gemeente-zijn op langere termijn.  

Laten we ieder persoonlijk tijd nemen om te bidden en in het gesprek met Vader steeds vragen “laat Uw Naam worden geheiligd” en daarmee de Here God vragen of Hij ieder van ons persoonlijk duidelijk wil maken waarin ons eigen belang, onze eigen wil, Zijn eer in de weg staat.  

In Christus verbonden, 
Ko