“Blijf daar wachten”

Terwijl Hij met hen at, gaf Hij hun deze opdracht; Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten op wat de Vader heeft beloofd, waarover jullie van Mij hebben gehoord” vs. 4.
 
Hoe lang ze moesten wachten wisten ze niet. In het Oude Testament zien we dat de Here God vaak laat wachten. Denk maar aan Abraham. Hij wist niet hoe lang hij moest wachten op zijn beloofde zoon. Het volk Israël, moest in Egypte 400 jaar wachten voordat ze terug konden keren naar het beloofde land. Wat dacht je van David. Hij heeft 18 à 20 jaar gewacht op zijn koningschap. David zong over de komende Messias, maar het duurde zo’n 1000 jaar voordat deze belofte in vervulling ging.
 
Jezus laat hier Zijn apostelen wachten. Wachten zodat ze niet in eigen kracht en op eigen initiatief aan de slag zouden gaan. Wachten zodat ze zouden leren om in volkomen afhankelijkheid van de Heilige Geest Zijn opdracht te vervullen. Wachten zodat ze geduld zouden leren om op Gods tijd te wachten. Wachten zodat ze zouden groeien in vertrouwen op de Here God.
 
Zo kan het zijn dat de Here God ons laat wachten. Wachten op verandering in onze omstandigheden. Wachten op een geestelijke doorbraak in onze regio, in ons land. Wachten op een open deur om te vertellen van de Here Jezus. Wachten op een aanraking door de Heilige Geest bij de mensen die we ontmoeten en over Jezus hebben verteld.
 
Als God ons laat wachten heeft dat één doel, namelijk groei van je geloofsvertrouwen. Hij verlangt er naar dat ons wachten steeds meer de kleur krijgt van verwachten. Verwachten niet dat God zal doen wat jij wil, maar verwachten dat door alles heen de Here God Zijn doel met jouw leven zal realiseren. 
 
We zijn van nature geen wachters. Net als Petrus willen we gelijk de handen uit de mouwen: doen, werken, actie. Het toverwoord van de 21ste eeuw. Jezus leert zijn discipelen wachten, niets van verloren tijd, niets van gemiste kans….
 
De apostelen wachten…. Nee niet door passief af te wachten…… maar door actief te verwachten. “eensgezind wijdden ze zich aan het gebed” vs. 14a
 
Ze gaan bidden, elke dag – samen – volhardend. Zo getuigen ze tegen satan en zijn trawanten, tegen hun samenleving. Ons vertrouwen is niet in eigen kunnen maar op de Here God. Zo bemoedigen ze elkaar blijf maar vertrouwen op Jezus, He is in charge. Hij heeft de controle.
 
We wachten nu zo’n 2000 jaar op Jezus komst in heerlijkheid. Soms onder zware omstandigheden. Laten we elkaar aanmoedigen verwachtingsvol te wachten op die komst. Laten we net als de apostelen verwachtingsvol bidden, de Heilige Geest bidt met u, met jou mee “De Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten” Romeinen 8:26,27
 
In Christus verbonden,
Ko

Al twijfelden sommigen..


De Opstanding van de Here Jezus drong maar langzaam door bij de discipelen. Ongeloof maakte langzaam plaats voor geloof. In het Marcus evangelie zagen we op de dag van de opstanding steeds eenzelfde reactie: “geloofden ze het niet” (Marcus 16:11b, vs. 13b). Toen de Here Jezus die avond aan de 11 discipelen verscheen sprak Hij Zijn teleurstelling over hun ongeloof uit (Marcus 16:14).
 
Dat ongeloof klinkt ons nu misschien raar in de oren. Ze zagen en hoorden hem toch met eigen ogen en eigen oren. Maar toch is het niet zo onlogisch. Ze hadden de Here Jezus zien sterven. Het bewijs van zijn dood was geleverd (Marcus 15:44). Met die zekerheid en het getuigenis dat hun dierbare Jezus in het graf was gelegd hadden ze de sabbath doorgebracht. De tegennatuurlijke opstanding konden ze maar slecht bevatten.
 
Ook na verschillende verschijningen was de realiteit van de opstanding nog niet doorgedrongen. Dat wordt ook duidelijk als Jezus, de Opgestane zich openbaart in Galilea. Ontmoetingen waar Johannes en Mattheüs van getuigen in hun evangelie.
 
In Mattheüs worden ze meegenomen naar de berg (Mattheüs 28:16) waar Jezus hen de Bergrede leerde. De leefregels voor Zijn Koninkrijk. Daar waar Hij de grondwet voor Zijn koninkrijk ontvouwde, wil Hij met hen samen zijn. Wellicht heeft Hij daar die rede nog eens in herinnering gebracht. In ieder geval bevestigt dat Hij leeft.
 
In vs. 17b lezen we dat sommigen nog twijfelden. Het is zo bijzonder te lezen hoe de Here Jezus 40 dagen de tijd neemt om Zijn volgelingen ervan te overtuigen dat Hij leeft. Laten we het voorbeeld van de Here Jezus navolgen en met geduld getuigen van de levende Heer aan onze omgeving. Ook al gaat de geschiedenis van Zijn opstanding voor de mensen waarmee we optrekken niet logisch.
 
Laat je niet ontmoedigen door ongeloof in je omgeving, maar blijf liefdevol en rustig getuigen van de Opgestane Heer, net zoals Jezus deed bij Zijn discipelen.
 
In Christus verbonden,
Ko

Laat uw Naam worden geheiligd

“Vader, laat Uw naam geheiligd worden”  – Lucas 11:2b 

Jezus is op weg gegaan voor zijn laatste reis naar Jeruzalem. In de afgelopen drie jaar hadden ze de Here Jezus vaak zien en horen bidden. Ze begrepen wel dat bidden voor Jezus belangrijk was.  

Ondanks een drukke en volle agenda nam Hij tijd om te bidden. In het begin van die drie jaar waren ze getuigen geweest dat Jezus aandacht gaf aan zieken en bezetenen tot laat in de avond (Marcus 1:32). De volgende dag stond Jezus vroeg op en zocht een eenzame plaats op om te bidden (Marcus 1:35).  

Drie jaar lang hadden ze ervaren dat Jezus tijd nam om te bidden. Zo wilden zij ook in het leven staan en vroegen daarom “Heer, leer ons bidden”.  

Met de eerste regel geeft de Here Jezus gelijk de richting aan voor hun en ons bidden. De basis houding voor ieder gebed “Laat Uw Naam worden geheiligd”.  Niet onze behoeften, niet onze verlangens komen op de eerste plaats maar Gods eer.  

Jezus leert ons om in al ons bidden de “belangen” van de Here God voor ogen te houden en die hoger te stellen dan onze eigen belangen. Dat is een levensoefening. Wat deze basishouding, Zijn wil ondergeschikt maken aan Vaders wil, uitwerkt zien we in het leven van de Here Jezus. Deze levenshouding, “Laat Uw Naam worden geheiligd” brengt de Here Jezus lijden, vernedering, minachting, ja zelfs de dood. Een patroon dat zich verder zet bij volgelingen van Jezus, kijk maar naar het leven van Paulus. 

In deze maand staan we als gemeente voor een aantal belangrijke beslissingen. De keuzes die we maken zijn van invloed op het gemeente-zijn op langere termijn.  

Laten we ieder persoonlijk tijd nemen om te bidden en in het gesprek met Vader steeds vragen “laat Uw Naam worden geheiligd” en daarmee de Here God vragen of Hij ieder van ons persoonlijk duidelijk wil maken waarin ons eigen belang, onze eigen wil, Zijn eer in de weg staat.  

In Christus verbonden, 
Ko